Wat is lichtovergevoeligheid?
Er is sprake van lichtovergevoeligheid indien de huid abnormaal reageert op een normale blootstelling aan zonlicht of andere lichtbronnen. De bekendste en meest voorkomende vorm van lichtovergevoeligheid is de polymorfe lichteruptie, ook wel “zonneallergie” genoemd. Omdat de term zonneallergie soms ook wordt gebruikt voor lichtovergevoeligheid door andere oorzaken, zal deze term hier verder niet worden gehanteerd.
Lichtovergevoeligheid kan ook ontstaan als gevolg van het gebruik van geneesmiddelen of huidverzorgingsproducten, door contact met planten en ten gevolge van een huid- of stofwisselingsziekte.
Polymorfe lichteruptie
De bekendste en meest voorkomende vorm van lichtovergevoeligheid is polymorfe lichteruptie (PLE). Een andere naam voor PLE is CPLD (chronische polymorfe licht dermatose). Polymorf betekent “in verschillende gedaanten voorkomend”. PLE kan op elke leeftijd voorkomen, maar begint meestal rond het 20e tot 30e levensjaar. Daarvóór heeft men het zonlicht altijd goed kunnen verdragen. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. De huid reageert op de ultraviolette (UV)-straling in het zonlicht of van een zonnebank. Bij sommigen is die lichtovergevoeligheid een erfelijke kwestie, maar bij de meeste mensen is er geen aanwijsbare oorzaak.
Geneesmiddelengebruik
Sommige geneesmiddelen kunnen in combinatie met blootstelling aan ultraviolet (UV-) licht van de zon of van een zonnebank een lichtovergevoeligheidsreactie geven. Gewoonlijk zal dit in de bijsluiter worden vermeld als zonlichtovergevoeligheid of fototoxiciteit.
Cosmetica en geneesmiddelen voor de huid
Allerlei middelen die men op de huid smeert kunnen lichtovergevoeligheidsreacties geven, zoals cosmetica (bijvoorbeeld parfums) en medicamenteuze zalven en crèmes. Ook op sommige zonnebrandmiddelen (ook wel: antizonnebrandmiddelen) kan men averechts reageren.
Contact met planten
Plantaardige stoffen (meestal furocoumarines) uit sommige plantenfamilies veroorzaken een reactie door direct contact met de huid en gelijktijdige zonlichtbestraling. Er ontstaan dan grillige, streepvormige rode huidafwijkingen met blaren. De bekendste plant die dit doet is de berenklauw. Andere planten die deze reacties kunnen veroorzaken, zijn onder andere pastinaak, engelwortel, (bleek)selderij, peterselie, dille en wijnruit.
Bij polymorfe lichteruptie ontstaan gewoonlijk in het vroege voorjaar (bij de eerste zonnestralen) jeukende bultjes, blaasjes of overmatige roodheid en zwelling op huidgebieden die aan zonlicht zijn blootgesteld, zoals armen en gezicht. De huidafwijkingen ontstaan meestal in de avond of nacht na blootstelling aan zonlicht, maar kunnen ook pas later ontstaan. Bij meer ernstige reacties kunnen de huidafwijkingen zich verder uitbreiden. Vaak is er sprake van een cyclus, waarbij de huidafwijkingen in het (vroege) voorjaar beginnen, in de loop van de zomer minder worden en in de herfst en winter verdwijnen om dan in het volgende jaar weer terug te komen. De klachten kunnen per jaar wisselen in intensiteit. Meestal gaat de aandoening na verloop van een aantal jaren spontaan over.
Hoe wordt de diagnose lichtovergevoeligheid gesteld?
Bij ultraviolet licht wordt onderscheid gemaakt tussen kortgolvig UV-licht (UVB) en langgolvig UV-licht (UVA).
Doorgaans kan de dermatoloog de diagnose polymorfe lichteruptie stellen op grond van het verhaal van de patiënt en de waargenomen huidreacties.
In twijfelgevallen is het soms nodig om met behulp van lichttesten na te gaan of zonlicht een rol speelt en zo ja, welke golflengte (UVA of UVB) van het zonlicht verantwoordelijk is voor de huidreacties. Tevens kan met allergietesten worden onderzocht of bepaalde stoffen (cosmetica, planten, medicijnen, en dergelijke) in combinatie met licht een overgevoeligheidsreactie veroorzaken. Indien nodig wordt er laboratoriumonderzoek verricht op bloed, ontlasting, urine en/of een stukje huid (biopt) met als doel specifieke ziekten op te sporen of uit te sluiten.
Wat is de behandeling en wat kunt u zelf doen?
Bekende oorzaken van lichtovergevoeligheid, zoals bepaalde geneesmiddelen, moeten natuurlijk in de eerste plaats worden vermeden.
Polymorfe lichteruptie kan het beste worden behandeld door de huid in het voorjaar of de vroege zomer geleidelijk te laten wennen aan de zon. Hierdoor wordt de huid iets dikker en wordt pigment aangemaakt, waardoor bescherming optreedt tegen UV-licht. Zonnebrandmiddelen (zie later) kunnen hierbij van nut zijn. Ook kan een lichtgewenningskuur bij de dermatoloog worden toegepast. Hierbij wordt ieder voorjaar of voorafgaand aan een vakantie gedurende een aantal weken (2 à 3 maal per week) de huid aan een speciale kunstlichtbron met UVA of UVB blootgesteld.
Als de verschijnselen van lichtovergevoeligheid eenmaal zijn ontstaan, kunnen deze worden behandeld met een corticosteroïd crème. In uitzonderlijke gevallen kunnen geneesmiddelen voor inwendig gebruik worden gegeven.
Zonnebrandmiddelen
Zonnebrandmiddelen (ook wel: antizonnebrandmiddelen) beschermen de huid tegen UV-licht. De mate waarin bescherming wordt geboden wordt aangegeven met de letters SPF (Sun Protection Factor). Bij toepassing van een zonnebrandmiddel met bijvoorbeeld SPF 6 betekent dit, dat de gebruiker zesmaal zo lang in de zon kan doorbrengen voordat verbranding optreedt. Bescherming wordt minimaal geboden tegen UVB-licht (dit veroorzaakt vooral verbranding). Tegenwoordig zijn verschillende zonnebrandmiddelen verkrijgbaar die naast UVB ook beschermen tegen UVA-licht. Aangezien polymorfe lichteruptie kan worden veroorzaakt door zowel UVA- als UVB-licht, wordt aangeraden een middel te gebruiken dat tegen UVA en UVB beschermt. Aanbevolen wordt een beschermingsfactor (SPF) van minimaal 15.
Voor een goede werking moeten zonnebrandmiddelen in een voldoende dikke laag op de huid worden aangebracht. Zij worden zonodig meerdere keren per dag aangebracht (zie Zon en Huid) Na het zwemmen of in geval van hevig transpireren moet het zonnebrandmiddel opnieuw worden aangebracht.
Als voorzichtige blootstelling aan de zon en het gebruik van zonnebrandmiddelen niet voldoende helpt tegen de overgevoeligheid, zal de zon zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Denk hierbij aan het opzoeken van de schaduw en het dragen van beschermende kleding en hoofddeksels.
Bezoek de website http://www.huidfonds.nl/ voor meer informatie of om u aan te melden als donateur.
Telefonisch mag ook: 030 28 23 995
Deze folder is een uitgave van de
Nederlandse Vereniging voor
Dermatologie en Venereologie
Aangepast op 6-3-2008
Bij het samenstellen van deze informatie is grote zorgvuldigheid betracht. De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie wijst desondanks iedere aansprakelijkheid af voor eventuele onjuistheden of andere tekortkomingen in de aangeboden informatie en voor de mogelijke gevolgen daarvan.
Van zonne-allergie of lichtovergevoeligheid spreken we pas wanneer iemand een eczemateuze huiduitslag krijgt na een normale blootstelling aan licht, op de zonbeschenen huidgebieden. PMLE is een vrij zeldzame aandoening.
Reacties mogelijk gemaakt door CComment